Herfstmateriaal “Loose parts” in de klas.

De term “loose parts” leerde ik kennen in een bijscholing vorig jaar. Iets wat ik heel graag mee neem in mijn klaspraktijk. Het wekelijks bosmoment is ook een voorbeeld van spelen met loose parts. Je ziet speelgoed hoeft niet duur te zijn.

Loose parts zijn materialen met een open einde. Je hebt grofweg gezien twee soorten materialen: open en gesloten. Gesloten materiaal is gestuurd en maar voor één doel geschikt. Kinderen zien meteen wat het is en de functie is ook duidelijk. Open materiaal is materiaal wat je voor meerdere doeleinden gebruikt, kinderen kunnen hier verschillende kanten mee op in hun spel.

De kinderen:
– Worden gestimuleerd in rekenontwikkeling (o.a. inzicht in symmetrie/patronen en oefenen met tellen).
– Worden gestimuleerd in taalontwikkeling, wanneer je tijdens of na het spelen met loose parts in gesprek gaat met het kind.
– Ontwikkelen hun creativiteit en stimuleren hun fantasie.
– Nemen tactiele prikkels waar.
– Krijgen meer zelfvertrouwen. Er is geen opdracht en er is dus geen ‘goed’ of ‘fout’. Veel ingetogen kinderen die ander materiaal nog uit de weg gaan, zie je opbloeien wanneer ze kiezen voor loose parts.
– Ontwikkelen de fijne motoriek.
– Tonen respect voor de natuur door materiaal te recyclen.